BLT 3 deel 2

Ruim een maand geleden schreef ik voor het eerst over de trainerscursus. Erg leuk maar het schoot nog niet hard op, toen. Niet alleen had ik nog maar twee cursusbijeenkomsten en een training achter de rug, ik was vooral bezig met de verplichte maar niet bijzonder verrassende eerste opdracht, een analyse van de loopgroep. Misschien had ik me daar op een minimum-niveau van af kunnen maken, maar dat kwam er niet van. Ten eerste zit het in mijn genen (of ergens anders, dat weet ik eigenlijk niet precies) dat ik alles goed moet doen en liefst nog iets beter, ten tweede zou er dan de mogelijkheid ontstaan dat ik iets zou inleveren dat ruimte liet voor vragen en zou ik misschien nog eens wéér aan de slag moeten. Dat onheil mocht me echt niet overkomen.

Nou, dat zal het ook niet. Ik heb inmiddels mijn pagina's geüpload en 'leercoach' Mirjam Bijlsma heeft er haar groene licht voor gegeven: 'Het had best wat korter gemogen maar je levert nu wel een prachtig compleet plaatje!' Pfff, daar ben ik van af. Alleen dit nog. In de eerste plaats: Erik, Jan, Roelof, Siegrit, Elise, Esther, Gerben, Emmy, Marita, Anneke, Ellen, Tiny, Maria, René, Sil, Trijn, Jessica, Karina, Jenny, René, Richard, Johan en Anje, bedankt voor het beantwoorden van de enquête! En ten tweede, voor wie uitkomsten wil weten: voor onderwerpen die op voorhand al niet zo spannend leken leverde de enquête zoals verwacht vooral bevestiging. Drie andere zaken, vind ik, zijn vermeldenswaard.
Over onze tweede trainingsavond in de week, nog maar een jaar oud, bestaat grote tevredenheid. Enkele invullers gaven aan er niet of maar zelden gebruik van te (kunnen) maken en één zou wat meer 'discipline' wensen, maar iedereen was positief. Gedifferentieerd trainen bleek een ander verhaal. Negentien invullers waren sterk verdeeld in hun voorkeur voor beide avonden (5x), één avond (5x) en géén differentiatie (9x). Nog maar eens goed bespreken dus, voordat we ooit meer gedifferentieerd gaan trainen. Ten slotte het trainen op hartslag: daar blijkt binnen Eemsmond Runners vrijwel geen enkele belangstelling voor te bestaan. Zeventien antwoorden kwamen neer op 'hoeft niet' of zelfs 'wil niet,' twee op 'kan wel maar doe niet.' Slechts vier lopers gaven aan dat ze daadwerkelijk hartslag-meting gebruiken, of dat zouden willen.
Zo. Weten we dat ook weer!
 
En daarna, hè-hè, kon de cursus echt los. Dat is ook gebeurd. De teller van de cursusdagen staat nu op vijf (uit zes) en die van de beoordeelde trainingen op vier (ik mik op een stuk of acht, het verplichte minimum is zes).
Ik heb over die cursusdagen maar weinig te melden. Ze gaan hun gangetje en zijn leuk, al is elke keer de tijd te kort. Bijzonder is dat tijdens twee van de dagen een beetje gefilmd is. Dat is een goede manier om dingen vast te leggen en het heeft mij voor het eerst een idee gegeven van hoe ik zelf eigenlijk loop. Techniek en stijl bekijken is leuk en leerzaam en ik wil dat filmen daarom misschien ook eens gaan doen bij een training van Eemsmond Runners. Maar dat zal op z'n minst moeten wachten tot er weer licht is in plaats van duisternis.
 
De trainingen dan. De opleiding moet mij uiteraard goede trainingen leren geven en mijn pogingen daartoe zijn voor dit verslagje al gauw interessanter dan de cursusdagen, al is het maar omdat jullie die trainingen zelf meemaken.
Goede trainingen zijn niet een zaak van gaan en (veel) later blijven staan. Elke training die volgens de Regelen der Kunst verloopt bestaat uit een inleiding die zelf al meerdelig is, een kern en een slot. De inleiding begint met een algemene warming-up die lichaam en geest in staat van paraatheid brengt. Daarop volgt de specifieke voorbereiding van de belangrijkste aan te spreken gewrichten en spieren. Stap drie is aanleren en bijslijpen: looptechniek dus, maar niet alleen geïsoleerd, ook met oog voor een goede 'transfer' naar het routine-lopen verderop in training en wedstrijd. Je kunt als trainer die onderdelen wat integreren, je laat ze natuurlijk variëren en je kunt wat schuiven met verhoudingen maar alles moet er wel in, liefst ook nog met goed afgewogen accenten in de richting van coördinatie, kracht, beweeglijkheid, snelheid en uithoudingsvermogen. Poeh-poeh. Het is dus onvermijdelijk dat het even duurt voor we toe zijn aan de kern, het lekkere her- en doorhalen voor onze zo geliefde kilometers en tempo's. Zitten die erop, hijg-hijg, dan waarborgt het slot een langzame terugkeer naar de ruststand van voor de training, zodat afvalstoffen verwijderd worden en niet achterblijven in een abrupt stilgevallen bewegingsapparaat.
Onze training begint om vijf over zeven en wij willen om half negen wel zo'n beetje klaar zijn (toch?). Gegeven dat we dus nog geen negentig minuten te besteden hebben, streef ik ernaar dat voor inleiding, kern en slot steeds zo'n 15-25, 50-60 en 10-20 minuten beschikbaar zijn. Dat is dan trouwens maar een van de dingetjes waar ik op moet letten. Welke stof en in welke volgorde (en waarom?) is er nog een, en welke locatie (en waarom?) ook. Geef ik alleen een opdracht of probeer ik zorgvuldig uit te leggen en te verantwoorden, en zo ja hoe dan (en waarom?), kan en ga ik of iemand anders het goed voordoen (en waarom?), geef ik feedback en zo ja hoe (en waarom?)... Ondertussen loop ik me onafgebroken af te vragen of wat ik allemaal tevoren bedacht heb of misschien ter plekke improviseer goed zal 'werken' én, ten slotte, of de groep het een beetje leuk zal vinden - want uiteindelijk is dat misschien wel de allerbelangrijkste vraag. Negentig minuten training geven betekent negentig minuten nadenken en keuzes maken, en dat gaat niet altijd goed natuurlijk.
 
In de training van 24 november was het parkeerterrein bij de school aan de Willem de Mérodelaan een leuke vondst. De extra oefeningetjes op een smalle stoep en bij slecht licht na het verlaten daarvan waren niet zo'n goed idee en ik was op het laatst wat gehaast, maar verder verliep het heel redelijk allemaal.
Daarentegen was 10 november Mijn Meest Memorabele Mislukking. Ever! Vierentwintig lopers bleken teveel, de drie rijtjes op de Tjarietweg werkten niet, de wind maakte me daar onverstaanbaar (ongelooflijk-maar-waar kwam het niet bij me op een bocht verder te gaan, waar de wind minder én gunstiger zou zijn), ik praatte nog te veel ook en ik gebruikte m'n timer verkeerd. De kern moest worden ingekort en het slot... Nou ja, snel vergeten maar.
Op 10 december lukte het weer beter. Een warming-up mede geïnspireerd door Ethiopische toplopers (http://bit.ly/1TKwfgL) en een circuit met kikkers en ledlampjes bij de sporthal, hard werken tijdens de tweeduizend-meters - ook door de aanwezige beginners, die dat natuurlijk al lang niet meer zijn. Ik merkte wel dat de locatie, of misschien mijn gebruik ervan, niet optimaal was en dat zo'n circuit in deze donkere maanden geschikter is voor bekende dan voor relatief nieuwe oefeningen. Het slot van de training was weer wat aan de korte kant, maar het kon er nog mee door. Vond ik ten minste. Maar die ene loper die al bij de fiets stond om naar huis te gaan?
En dan 15 december. Omdat Mirjam Bijlsma mij inmiddels had beschuldigd van perfectionisme (idioot idee, hoe kómt ze erbij!) en 'praktijkbegeleider' Gerhard Lugard van hoog gegrepen doelen en te streng voor mezelf, wilde ik een inkoppertje, een rimpelloze training zonder moeilijke nieuwe skills, zonder experimenten en tijd- of andere stress, en een goed gevoel na afloop. (Voor mijzelf dan, want voor lopers mocht het zwaar zijn - dat mag je best weten hoor, dat alle trainers diep van binnen eigenlijk sadisten zijn. De meeste zullen het glashard ontkennen, maar neem van mij aan dat het zo is. De neiging is jaren achtereen onderdrukt en verdrongen, maar piept onvermijdelijk weer tevoorschijn als iemand eenmaal trainer wordt. Vooral tijdens die trainingen die jíj bezoekt natuurlijk...)
Goed, een makkelijke training. Vier maal tien minuten halvemarathontempo wilde het schema, dus het zou heen-en-weer lopen worden. Toen ik een week voor 15 december voor het eerst nadacht over een invulling meldde het weerbericht regenkans en west vijf: bedrieglijk in je rug, zwaar in je gezicht. Dat kon niet beter. Bikkelen voor bewuste lopers zou ik er van maken: laat je bij meewind niet verleiden en houd bij tegenwind je inspanning gelijk en je tempo (dus) niet. Dan ligt je keerpunt niet op exact vijf minuten maar moet je zelf het wind-effect inschatten.
Maar nee. De wind draaide en draaide nog eens, en vooral werd hij zwakker. Zuidoost drie bleef er over, een makkie. Voor de meeste lopers werd de training denk ik een gevalletje 'niet heel bijzonder'. Voor mij is dat een goed teken, want dan vielen de fouten niet erg op. Maar die waren er heus wel: het inlopen was een zeldzaam zootje, de locatie voor oefeningen was aardedonker, en omdat het toch weer later werd dan verwacht was het slot van de training te kort. Daarin zitten een paar van de uitdagingen voor de volgende keer. Ik hoop dat je er dan weer bij bent.

afbeelding van Bert

Reacties

anneke

Mooi geschreven Bert. Dat heb je ook vast niet van de ene dag op de andere geleerd...
Trainer worden zal ook wel zo gaan! Tot dusver heb ik geen klagen.
En inderdaad: je legt de lat hoog voor jezelf...voor ons ook dus... pfff!