- In:
- Geplaatst door: anneke
- Reacties: 0
Bespiegelingen vanaf een blessurebank
The road ahead is empty and paved with miles of the unknown..
Dat kan eigenlijk iedereen wel met me eens zijn. Het kan heel ontmoedigend zijn om zo’n lang leeg stuk weg te moeten gaan. Waar kom je uit? En.. niet onbelangrijk, wat is de manier om er te komen. Tijdens mijn regelmatige wandelingen (ja, ik w a n d e l), dan wel fietsritjes gaan je gedachten wel eens die kant op. Filosoferen kun je het beter noemen. Ik wist waar ik heen wilde: een spetterend PR op de Eemsmondloop. Ik zou met Yvonne de strijd aangaan voor snelste Meister vrouw. Dat had ze waarschijnlijk toch wel gewonnen, maar een beetje competitie is nooit verkeerd. Zonder strijd geen overwinning nietwaar? De proef-5-kilometer ging geweldig en leverde een PR op. Ik lag op koers en wist waar ik heen wilde.. Tot een blessure roet in het eten gooide. Ik zat me daarvoor wel eens af te vragen hoe het zou moeten als ik niet (meer) kon hardlopen. Zijn zulke gedachtes de voorbodes van, dat wat je niet wilt dan toch gebeurd? Iets van doemdenken? Had ik dat niet gedacht, had ik dan ook mijn blessure niet gehad…?? Voer voor psychologen, filosofen.. Het antwoord zal ik in dit geval nooit te weten komen: ik heb het gedacht en ik heb mijn blessure. Deze koestert mij meer dan ik hem overigens, maar dit terzijde. Je beseft dat er een relativerend vermogen wordt vereist om een blessure te ondergaan. Mijn lijf had tot dusver gewoon gedaan wat ik wilde… En nu dus niet meer. Zittend op de bank, filosoferend, de smoor in hebbend… Als een soort van zelfkastijding ga je toch op de dinsdagavond even kijken bij de training. Het zit zo in je systeem dat je dinsdags tegen zeven uur klaar moet staan om jezelf eens even goed onder handen te nemen tot je oksels ervan klotsen (uitdrukking geleend van Nellie, waarvoor dank!). Blijft the road ahead over.. waar kom ik uit? Kom ik wel weer op die weg, vraag je je zelfs af. Relativeren maar weer… de fysio verzekert me dat ik echt weer aan hardlopen toekom. We hebben inmiddels een goede band, ze loopt ook hard. De geconsulteerde sportarts zegt hetzelfde. En dat twee maanden helemaal nog niet lang is voor een blessure van dit soort. Waarmee maar weer blijkt dat tijd een raar fenomeen is, want ik heb daar toch een heel ander idee over. Hoe hebben anderen dat gedaan, ga je je afvragen? Er zijn diverse clubleden voor kortere of langere tijd niet in staat geweest om te hardlopen. Natuurlijk heb je wel beleefd gevraagd zo nu en dan hoe het ging… en dat was het dan ook eigenlijk wel.
Ik heb gemerkt dat ik mijn grenzen ga verleggen, en dan niet verder, hoger, sneller, maar terug bijstellen. Het eerste stukje wandelen (let wel…w a n d e l e n ….) ging over 500 meter… Ik was trots op mezelf. Na 6 weken niet kunnen werken, mocht ik weer aan de arbeid. Het was geweldig!! Alles is dus betrekkelijk. Zo nu en dan even over je schouder kijken naar wat je al bereikt hebt. Waar je vandaan bent gekomen. Relativeren.
Ik zit nog wel een poosje op de blessurebank.. Zo nu en dan mag ik er even af. Om de fiets te pakken, te zwemmen, wandelen en jawel: de eerste meters weer heeeel voorzichtig ‘hard’lopen. Met wisselend succes overigens.. Ik ben onderweg naar Canossa, drie stappen voorwaarts om dan weer twee terug te moeten (ik hoef gelukkig niet op blote voeten zoals de monniken vroeger en er ligt geen sneeuw op mijn ‘road’).
Ik heb 1 groot voordeel: de Bedumer Bosloop is pas in april.. !!!