Voute tekst

Wat een vout veestje was dat zeg! Rode glitterpruiken, die grijns op het gezicht van René, het tweed van Anneke en het Tirol van Richard... Ik was er nog maar nauwelijks van bekomen toen ik de volgende dag merkte dat de organisatoren voor mij nog een verlenging geregeld hadden.
Van de stapeltjes Run2Day magazines die her en der in de zaal gelegen hadden, had ik een exemplaar mee naar huis genomen en daar begon ik zondag nietsvermoedend in te lezen. Een heftige ervaring werd het, die ik met een mix van fascinatie en walging heb doorstaan.
 
Over het taalgebruik viel het blad niets te verwijten. Er stond geen woord Frans in de tekst. Een training, dat was een workout. Je deed een run en had een gadget om die te tracken zodat je personal trainer of jijzelf later tevreden konden zijn over je pace. Het bandje van je gadget was vanzelfsprekend verwisselbaar zodat het ding zou matchen bij je outfit en natuurlijk had je toen je van huis ging de nieuwste playlist al gedownload, zodat je voldoende powersongs bij je had om vrij van geest te blijven.
En behalve de taal, was eigenlijk ook de boodschap helder. Sterker, nog maar zelden eerder zag ik zó duidelijk verwoord dat het met mij eigenlijk een beetje over is. Want weet je, ik loop hard en dat vind ik leuk. Ik probeer dat bewust en goed te doen, als het even kan ook wat progressie te boeken - op mijn niveau dan. Maar al lezend in dit voute blad werd mij steeds duidelijker dat ik het helemaal verkeerd begrepen heb, en dat wat ik doe toch niet de bedoeling kan zijn.
Welnee. Het draait niet 'om prestaties, maar om beleving. Niet hoe snel, maar hoe leuk is het devies.' En wat leuk is, dat weten ze in Biddinghuizen. Dáár moet ik naar toe, een tweedaags evenement met ruim tienduizend deelnemers, de Mud Masters Obstacle Run. De Braggeltocht in Garnwerd volstaat niet, 'allemaal wat flitsender en modieuzer' moet het!
En de rest van mijn lopen moet natuurlijk urban running zijn, avontuurlijk, onvoorspelbaar en spannend. Nou ja, dat klopt eigenlijk óók wel hè? Dat gedoe op het platteland, gewoon tussen de dijken of van boom naar boom, nee, daar krijg ik inderdaad geen New York-feeling van.
Mijn beleving is ook niet van mij alleen. 'Hardlopen is leuk, maar samen hardlopen is nóg leuker. Delen is het nieuwe hebben en delen is vermenigvuldigen. Een endorfinekick in het kwadraat.' Wow, dacht ik, en trok de emmer die ik bij het lezen onder handbereik hield nog maar wat dichter naar me toe.
"Urban runners dragen het liefst mooie, modieuze kleren", vertelde Lars Tibben me toen. "Loopjack, tight en schoenen passen bij elkaar, daar is echt over nagedacht. Verder heeft de gemiddelde urban runner bepaalde looks. Dat kan bijvoorbeeld een hip baardje zijn met dito kapsel. Leeftijd? Tot een jaar of 35, denk ik. Niet te oud in elk geval."
Lars is natuurlijk 28. In zijn running crew, 'met maximaal zes lopers. Góede lopers, die allemaal dezelfde outfit dragen en het Urban Runnersgevoel vertegenwoordigen' mag ik vast niet meedoen. Wel stel ik voor dat Lars over tweeëntwintig jaar opnieuw aan het woord komt, als hij die 'magere man van een jaar of vijftig in een donkerblauwe tight en hardloopjasje in dezelfde kleur' is, aan wie hoofdredacteur Nienke Becker denkt als ze zich Amsterdam tien jaar geleden voorstelt (aan haar foto te zien kan ze zelf niet heel veel ouder zijn).
Er is natuurlijk een kansje dat Lars dan niet meer onder ons is: die young, stay pretty, zong Blondie immers. Maar ik heb goede hoop, want dat was in 1979 en die tijd zullen Lars en Nienke en veel andere grootheden in dit Run2Day  magazine vast niet meegemaakt hebben.
 
Op 8 en 9 maart kan ik naar Biddinghuizen. Helaas, ik ben bezet. Ik heb ik die dag in Haren iets te doen. En gelukkig zijn er later in het jaar ook weer al die andere lopen. Zelfs voor ouwe kerels zoals ik.

afbeelding van Bert